
Foto: © Rob Jelsma
Als een speler door sportieve topprestaties de ‘sterrenstatus’ bereikt, is het na afloop van zijn actieve loopbaan gebruikelijk dat zijn rugnummer niet meer aan iemand anders wordt gegeven. Het gaat in ‘retirement’. Het wordt nooit meer door iemand anders gebruikt.
In het internationale honkbal kennen we een dergelijk eerbetoon bijvoorbeeld voor Babe Ruth. In Nederland werd Hamilton Richardson bij het beëindigen van zijn actieve spelersloopbaan op dezelfde manier geëerd. Maar voor coaches – hoe goed hun prestaties ook waren – werd dit tot vorige maand in ons land niet gedaan. Daarin is nu verandering gekomen.
Op zaterdag 18 mei werd – tijdens de viering van het 60-jarig jubileum van de Amsterdam Pirates – rugnummer 14 van Charles Urbanus jr. in ‘retirement’ geplaatst.
Het bijzondere van dit feit is dat Urbanus als speler nooit actief is geweest voor de Amsterdam Pirates. Wel was hij er gedurende ongeveer 25 jaar als coach actief en heeft veel bijgedragen aan de ontwikkeling van zowel de spelers en daarmee het honkbal in Amsterdam en omgeving.
Het bijzondere karakter van rugnummer 14 in de Amsterdams sport krijgt hierdoor een extra dimensie.